Zweven in het ziekenhuis
- Edith Pieterson
- 9 nov 2016
- 3 minuten om te lezen
Patiënten die baat denken te hebben bij creatieve therapie, massages of mindfulness gaan meestal zelf op zoek, buiten de reguliere zorg. Maar langzaam bieden steeds meer ziekenhuizen deze ‘complementaire zorg’ zelf aan. 94 procent van de Nederlandse ziekenhuizen heeft iets van dit soort zorg onder eigen dak, bleek vorig jaar uit een inventarisatie van het Van Praag Instituut en het Louis Bolk Instituut. Vooral de zogenaamde mind-body-interventies zoals mindfulness, geleide visualisatie en hypnotherapie, zijn populair.

WAT WERKT EN HOE?
Aromazorg
Aromatherapie gebruikt de stimulerende en kalmerende kwaliteiten van plantengeuren. Zo zou lavendel helpen ontspannen, en kan de geur van bergamot angst helpen verminderen.
Wetenschappelijke status: Beperkt bewijs, meer onderzoek nodig.
Geleide visualisatie
Wanneer je je tijdens een nare situatie voorstelt dat je op een fijne plek bent, kun je je rustiger gaan voelen. Deze methode wordt geleide meditatie genoemd, het lijkt op medische hypnose (zie onder).
Wetenschappelijke status: Beperkt bewijs.Een aantal studies toont aan dat het positief kan werken tegen onder meer pijn, misselijkheid en braken, maar meer onderzoek is nodig.
Hypnotherapie of medische hypnose
Tijdens hypnotherapie leert een therapeut de patiënt hoe je gebruik maakt van hypnose om klachten te verminderen. Hypnose is een vorm van sterk geconcentreerde aandacht terwijl je diep ontspannen bent. Buikklachten? Stel je je pijnlijke buik voor als een warme, zachte buik. Dan kan dat vervolgens invloed hebben op de darmwerking.
Wetenschappelijke status: Bewezen effectief bij onder anderen kinderen met chronische buikklachten en volwassenen met prikkelbare-darmsyndroom.
Mindfulness
Door de beoefening van mindfulness leer je je aandacht naar het hier en nu te brengen zodat je scherper waarneemt wat je precies voelt zonder daar een oordeel over te hebben. Dit kan vervolgens van invloed zijn op de manier waarop je met ziekte omgaat.
Wetenschappelijke status: Bewezen effectief bij een grote hoeveelheid psychische stoornissen en een aantal medische condities.
De term complementaire zorg beslaat een brede waaier aan behandelingen, van voetmassages tot meditatietechnieken. Een aantal heeft inmiddels een stevige wetenschappelijke basis. Er zijn behandelingen die een onmisbaar onderdeel zijn geworden van het reguliere behandelplan, zoals mindfulness na een hartoperatie. Andere behandelingen, vaak zonder wetenschappelijk fundament, worden aangeboden als een extraatje voor de patiënt, zoals een handmassage voor een operatie.
De interesse in deze behandelingen, bewezen en niet-bewezen, groeit op alle niveaus, van patiënten tot artsen en bestuurders, zegt hoogleraar interne geneeskunde Jan Smit. Hij is ook voorzitter van een commissie van ZonMW, dat in opdracht van onder meer het ministerie van Volksgezondheid onderzoek doet naar zorginnovatie. Smit vermijdt de term ‘complementaire zorg’. „Het woord complementair suggereert dat het per definitie wetenschappelijk niet-bewezen behandelingen zijn, die extra zijn en weinig worden toegepast. Maar sommige behandelingen, zoals mindfulness, zijn wetenschappelijk onderzocht en zijn een belangrijk onderdeel van een behandeltraject. Ik zou het daarom liever hebben over goede of slechte zorg. Goede zorg is effectief, veilig en doelmatig en draagt bij aan de gezondheid van mensen. En effectiviteit en veiligheid moeten worden getoetst volgens gangbare wetenschappelijke methoden.”
Trainingen voor artsen
In het Centrum voor Mindfulness van het Nijmeegse Radboudumc doet hoogleraar psychiatrie Anne Speckens al tien jaar onderzoek naar de effectiviteit van mindfulness. Er worden trainingen gegeven aan mensen met psychische en lichamelijke klachten. Maar ook aan studenten en artsen uit het ziekenhuis. Speckens: „Het is een enorm verschil met tien jaar geleden. Ik stuitte toen op weerstand, mindfulness was toen nog controversieel. Nu het bewijs groeit, verdiepen artsen zich in de onderzoeken die wij doen.”
In de Verenigde Staten hebben de veertig grootste en bekendste ziekenhuizen allemaal een aparte ‘integratieve afdeling’. In Nederland wordt aanvullende zorg nog vaak als kwakzalverij gezien. Die scepsis herkent ook AMC-kinderarts Marc Benninga. Hij begon tien jaar geleden zijn onderzoek naar de werking van hypnose bij kinderen met onverklaarbare chronische buikklachten. Hij kreeg het verwijt kinderen aan kwakzalverij bloot te stellen. Benninga liet zich er niet door weerhouden. „Het bleek het meest succesvolle onderzoek dat ik ooit gedaan heb”, zegt hij, „85 procent van de kinderen had aanzienlijk minder pijn na zes sessies bij een hypnotherapeut. Na een bezoek aan mij, de kinderarts, was dat 25 procent. Inmiddels hebben we een tweede grote klinische studie verricht in tien ziekenhuizen die laat zien dat hypnotherapie effectief is.
Comentários